Op 24 augustus 1939 begon het Nederlandse leger met de voormobilisatie. Op diezelfde dag tekenden Nazi-Duitsland en Rusland het niet-aanvalspact.

Een week later viel Nazi-Duitsland Polen binnen.

De burgemeester van Groningen voorzag kennelijk problemen in de combinatie van alcohol met het nieuws dat de dienstplichtige mannen daadwerkelijk onder de wapenen moesten komen. Op dezelfde dag werd er daarom een tapverbod afgekondigd.

Het tapverbod werd die dag in meer steden ingesteld.