Herdenken blijft belangrijk, zegt Bert Woudstra (91): “Af en toe zie ik dat wij onmenselijker worden”

De herdenking in Hellendoorn, waar vanaf nu jaarlijks een Holocaust-herdenking zal zijn, vindt Bert Woudstra fantastisch. Als overlevende van de jodenvervolging sprak hij eerder deze maand al over zijn ervaringen met basisschoolkinderen in die plaats. “Ik vind het heel belangrijk, voor de jeugd ook, maar ook voor alle mensen, dat men even stilstaat bij zo’n verschrikkelijke gebeurtenis.”

“Waarom ik herdenken belangrijk vind?”, vraagt Bert Woudstra aan de eettafel in zijn huis in Enschede. “Ik hoop dat we daar iets van leren en dat we de menselijkheid meer in acht nemen.” Woudstra ziet het zo, we zijn allemaal gelijk en we hebben allemaal hetzelfde bloed. Hij snapt niet dat sommige geloven worden gediscrimineerd. “Dat is onbegrijpelijk voor mij.”

Juist daarom is hij een groot voorstander van de nieuwe jaarlijkse Holocaust-herdenking in Hellendoorn. Een herdenking die voortvloeide uit het rapport ‘Joodse burgers in Hellendoorn: onteigening en rechtsherstel’. Dat rapport gaat over de onteigening van vastgoed en de behandeling van Joodse burgers tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in Hellendoorn.

Kristallnacht

Zelf groeide Woudstra op in Enschede, zijn ouders hadden daar een modezaak. Hij had een fijne jeugd en had niet echt oog wat er in buurland Duitsland aan de hand was. Zijn moeder, een joodse vrouw uit Duitsland, zag hij voor het eerst heel verdrietig na de Kristallnacht. In november 1938 werden in een nacht door heel Duitsland Joden en hun bezittingen aangevallen. De ouders van Bert stonden twee keer op het punt te vluchten naar Engeland. “Maar het kon toch niet zó erg zijn, dachten ze. Dus we bleven.”

Een groot deel van de familie Woudstra vond de dood in concentratiekampen. Ook de vader van Bert. Hij kwam om in het concentratiekamp Mauthausen, in 1941. “Kijk, dat vermoorden, dat industriële vermoorden van mensen, dat was niet bekend. Dat was pas na de oorlog bekend geworden. Maar ik wist wel dat mijn vader waarschijnlijk was vermoord. En ik wist ook dat al die 105 mannen die tegelijk waren opgepakt in Enschede, dat die allemaal vermoord waren. Daar kreeg je nog keurig bericht van.”

Toch bleef Bert als kleine jongen hoop houden dat zijn vader wel terug zou komen. “Maar mijn moeder was overtuigd dat mijn vader dood was. En die was natuurlijk erg verdrietig en ik dacht, ach, dat zal wel meevallen. Dat is een beetje treiterij van de bezetter.”

Westerbork

Mede door de berichten van familie uit Duitsland, leek het de moeder van Bert een slecht plan om gehoor te geven aan de oproep zich te melden in kamp Westerbork. “Mijn moeder zei: naar Westerbork gaan wij niet, we gaan onderduiken.” En zo geschiedde. Bert, zijn broer, een neef en de moeder van Bert doken allemaal onder met hulp van een dominee uit Enschede.

Het waren spannende jaren. Bert overleefde de oorlog, maar daar had hij wel dertien onderduikadressen voor nodig. Soms was hij samen met zijn moeder, maar regelmatig ook alleen. “En je voelde de spanning. Ook bij die lieve mensen waar ik verbleef. Want als ik gevonden werd, dan werden zij ook in het concentratiekamp gegooid.”

Onmenselijk

En dus blijft herdenken nodig, volgens Bert Woudstra. Tientallen keren per jaar vertelt hij zijn verhaal, op bijvoorbeeld scholen in Nederland en Duitsland. Hij zal het iets rustiger aan gaan doen, gezien zijn leeftijd, maar het houdt hem ook jong, grapt hij.

Bert vindt de huidige oorlogen verschrikkelijk. “We denken dat we als mensen menselijker worden. En af en toe zie ik dat wij onmenselijker worden. We leren niet van het verleden. Dat is een heel verdrietig iets.”

Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2309097/herdenken-blijft-belangrijk-zegt-bert-woudstra-91-af-en-toe-zie-ik-dat-wij-onmenselijker-worden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *