
The Play Boy Crew – Robert Pipes
Het boek dat Robert Pipes schreef over zijn ervaringen tijdens de tweede wereldoorlog. Met resten van munitie en van het vliegtuig dat op de crashsite van de B-24 zijn gevonden.
De B-24 bommenwerper, genaamde “Play Boy” maakte deel uit van de 466ste Bomb Squadron, 8ste luchtmacht.
Op zijn 11e missie werd de bommenwerper op 29 april 1944 neergeschoten door een Fw 190. De B-24 was op dat moment op de terugweg van een missie boven Berlijn.
Robert Pipes (mid upper gunner) boordschutter Harold L. Heafner wisten beide uit handen van de Duitsers te blijven. De Enschedese verzetsman Johannes ter Horst pikte ze op en bracht ze naar Roelof Blokzijl, wonende aan de Lipperkerkstraat en destijds Lokale leider van de LO (landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) in Enschede, waar beide piloten enige tijd verbleven. Toen de geallieerden in Frankrijk waren geland en de ontsnappingslijnen naar het zuiden werden stopgezet werd het te gevaarlijk om de mannen in de grote stad te houden en werden de mannen verder naar het Noorden ondergebracht op de boerderij van Arie de Bruin.
Toen deze boerderij door NSB-ers werd overvallen wisten Pipes en Heafner te ontkomen maar raakten elkaar kwijt. Beide bleven opnieuw uit handen van de Duitsers totdat de regio in april 1945 werd bevrijd.
Roelof Blokzijl viel in september 1944 in handen van de Duitsers en werd bij Usselo doodgeschoten samen met Johannes ter Horst, die kort daarvoor ook was gearresteerd. Op de plek waar zij werden doodgeschoten staat sinds enkele jaren een monumentje.


Amerikaanse ontsnapte vliegers voor de boerderij Bruinhof in Beerzeveld. v.l.nr.r.: Harold L. Heafner Jr., Harold L. Chapman, Martin Cech, Stuart E. Bouley, Raymond E. Swick en Robert F. Pipes
De bemanning van de B-24 “Play Boy”
