
FRITS TUSVELD – Kapper, dammer en jodenhelper
In deze brief vraagt Frits Tusveld de ontvangers van de brief om te bevestigen dat de door hem beheerde gelden inderdaad zijn gebruikt voor het verzorgen van joodse onderduikers.
De inkomsten voor de hulp aan onderduikers komt in die periode o.a. uit het Nationaal Steunfonds en vanuit de groep Overduin.
De brief bevindt zich in de collectie Enschede in WO2. Onderstaande informatie over Frits Tusveld is gebaseerd op de informatie in het boek “in de schaduw van de adelaar” van C.B. Cornelissen en J. Slettenhaar.
FRITS TUSVELD – Kapper, dammer en jodenhelper
Tusveld was kapper in Almelo aan de Bornerbroeksestraat. Hij was daarnaast een zeer bekwame dammer en werd zelfs een keer nederlands kampioen. Tusveld hielp samen met zijn vrouw tientallen joden bij hun onderduik. Velen vonden onderdak in het huis van Frits en zijn vrouw Henny Averink.
In juli 1944 werd Tusveld door de politieman Heidema gewaarschuwd dat de zaak verraden was. De joodse onderduikers weten op tijd uit het huis te ontvluchten en Henny waarschuwde haar man die daarop onderdook in Zwolle. Zij zelf had in de maanden erna de zorg voor de joodse onderduikers, waarbij ze werd geholpen door Simon van Spiegel die zelf ook ondergedoken zat in Almelo. In maart 1945 werd Tusveld alsnog opgepakt en door zijn ondervragers bij een verscherpt verhoor enorm geslagen terwijl hij aan handen en voeten geboeid was. Tijdens het verhoor bijt Tusveld zijn tong kapot en door het bloed dat uit zijn mond liep waren zijn ondervragers bang dat hij T.B. had. Hij werd daarom naar het ziekenhuis overgebracht, van waaruit hij wist te ontsnappen.
Na de oorlog werd Tusveld door de Politieke Opsporingsdienst ondervraagt op verdenking van het verduisteren van geld dat voor onderduikers bedoeld was. Tusveld wist aan te tonen dat die verdenkingen ongegrond waren. De dankbaarheid van de vele onderduikers die door Tusveld en zijn vrouw werden geholpen komt o.a. naar voren uit de oorkonde die zij na de oorlog ontvingen. Tusveld overleed in 1962 op 58-jarige leeftijd.
Op de joodse begraafplaats in Almelo is in 2004 een plaquette onthuld met daar op de namen van de joodse inwoners die tijdens de oorlog zijn omgekomen. Op het monument wordt ook stilgestaan bij de hulp die Frits Tusveld en zijn vrouw aan een grote groep onderduikers hebben geboden.






