Abraham Ledeboer | 1903-1944

Geboren op 19 september 1903 in Enschede
Hij zat in de directie van Van Heek & Co, de fabriek van zijn vader ’n Aolen Bram Van Heek, zoals de mensen zijn vader noemden. Omdat Abraham Ledeboer dezelfde naam had als zijn vader werd hij ’n Jongen Bram genoemd.

“Hij had veel van zijn vader weg. Hij was rustig in zijn doen en laten en toch snelopnemend datgene wat er rondom hem gebeurde. Wat stonden we perplex toen wij van zijn gevangenneming door de Duitsers in 1944 hoorden. Daags tevoren was hij tijdens een luchtalarm nog te midden van ons in de kelder en sprak daar met ons, over de ellende van de oorlog. Ook zie ik hem nog optrekoefeningen doen aan een stang van de balenpers, die er stond. wel veronderstelden we, dat het misschien ’n aolen Bram zou gelukken zijn zoon vrij te krijgen. Hij had immers veel kennissen vlak over de grens, waarvan er een een hoge functie had in het toenmalige Duitsland. Maar zijn karakter was niet zo, dat hij die persoon om een gunst zou vragen.” citaat uit het kwartaalblad ’n Sliepsteen.


Jan Benink gaf ons aan dat Bram Ledeboer zat ondergedoken om de Arbeitseinsatz te ontlopen. Op zijn onderduikadres te horen kreeg dat zijn zwangere vrouw was bevallen van een zoon. Hij verliet zijn onderduikadres om thuis zijn vrouw te zien, en een blik op Bram jr. te werpen. En werd daar door de bezetter gearresteerd. Hij was verraden.

Bram heeft gevangen gezeten in kamp Vught, waar hij volgens zijn kaart al in augustus 1944 zat.
Op 5 september 1944 is hij naar Sachsenhausen getransporteerd toen Kamp Vught door de geruchten over de geallieerde opmars op dolle dinsdag in alle haast werd ontruimd. Bram was een van de bijna 3.500 gevangenen die op 5 en 6 september 1944 naar Duitsland werden getransporteerd.
Bram werd een maand later op 16 oktober 1944 naar KZ Neuengamme gebracht, waar hij twee weken later op 28 oktober in het hoofdkamp overleed, volgens zijn overlijdensakte aan difterie. Kanttekening daarbij is dat deze doodsoorzaken meestal gefingeerd waren.